Vintage uit de jaren 60
Update doe het zelf:
Was zoveel info dat ik er er een aparte pagina van heb gemaakt.
Leak stereo 70.
De Stereo 70 is de “grotere broer” van de Stereo 30+ die ik een paar keer eerder gereviseerd heb. Niet qua formaat, want hij is net zo groot. Officieel heeft hij 2x25watt continue uitgangsvermogen tegenover 2x15watt voor de 30.
In de praktijk maakt het allemaal niet zoveel uit. Als je hem goed opknapt dan begint de Stereo 30+ pas boven de 2x25watt te clippen de Stereo 70 doet daar met > 2x40watt in 4Ω een schepje bovenop.
Meten.
Als belasting gebruik ik een 4Ω weerstand met een condensator van 2,2µF daar aan parallel waarmee ik de belasting van een elektrostatische luidspreker simuleer. Veel moderne versterkers schieten daar volledig van in de stress. Deze vintage “reus” geeft echter geen krimp.
Ik heb gemeten bij: 0,1, 1 en 10watt. Dit omdat je bij normaal gebruik en luidsprekers met een normaal rendement van 90dB/1meter, in de woonkamer vaak niet harder speelt. Zelf ik speel ik zelden harder dan 2x 1watt. Verder is het verbazend hoeveel geluid 2x 0,1watt geeft. Daaronder zitten de kleine microdetails. Lees dus het stuk van de Stereo 30+ nog maar eens na.
Wat opvalt.
Wat me opvalt dat de vervorming over het bereik van 0,1watt …… t/m 40watt constant is en keurig onder de gespecificeerde 0,1% zit Daarbij zijn de even harmonischen die pas ergens onder de -80dB beginnen sterker als de oneven. Dat is ook een van verklaringen waarom deze Leak versterkers zo goed klinken. Het heeft veel van een buizen versterker weg.
Rommeltje.
Bij een aantal van deze Leak versterkers zal in de loop der jaren (na menig feestje) transistoren vervangen zijn. Deze versterkers zijn best robuust, maar er zijn enkel zekeringen in de voeding tegen langdurig overbelasting en kortsluiting. Geen moderne hi-tech beveiliging met een relais etc. Die vaak toch te laat werkt, waarna je “eindtorren” alsnog ter ziele gaan.
Over “vervangen” deden en doen ze niet moeilijk in de jaren 60, 70 en daarna. Bij de meeste Leak versterkers is het in de eindtrap en soms de stuurtrap een rommetje. Er zijn dan onderdelen gebruikt die ongeveer goed zijn. Gelukkig zijn veel originele onderdelen anno 2015 nieuw te koop 🙂
Koelpasta.
Mooie nieuwe 2N3055 transistoren . De koeling van dit soort versterkers, is gewoon een deel van het chassis. In de jaren 60 deden ze kennelijk niet zo moeilijk en schroefde ze de eindtransistoren met enkel een mica isolatieplaatje zo vast. Naast nieuwe isolatie plaatjes, heb ik maar een beetje pasta tussen gedaan.
Tweaks.
Bij deze Leak versterker ben ik wat verder gegaan. Naast dat veel condensatoren zijn vervangen door originele nieuwe. Zijn de koppelcondensatoren vervangen door mooie Nichicon die speciaal voor audio toepassingen zijn gemaakt.
Voor-en Nadelen.
Zo’ n klein versterkertje ziet er misschien niet sexy uit. Toch zijn dit op deze manier gereviseerde versterkers in staat, het geluid op zo’ n manier te versterken dat menig dure high-end versterker het nakijken heeft.
Een nadeel van dit soort versterkers, is de enorme ingang gevoeligheid. Pick-up is netjes 2,5 mV maar de rest van de ingangen zit ergens tussen 60 en 250mV. In de 60e jaren was dat kennelijk de standaard. Gelukkig is er ook een z.g.n. “replay” ingang waar rustig een moderne cd-speler op aangesloten kan worden. Tape monitor schakelaar op “on” en spelen maar. De hele voorversterker wordt hiermee overgeslagen en alleen het volume is dan regelbaar.
Ik weet zeker als je de bijbehorende Stereofetic tuner koopt. 2 knappe vintage luidsprekers en een leuke draaitafel met MM element. Dat je voor rond de 1000€ een set kunt maken waar menigeen met rode oortjes naar zal luisteren. (ik ook, hoor 🙂 )
Van harte aanbevolen!
Jack